Het is 5 maanden en 12 dagen geleden dat ik met ontslag ging uit de psychiatrische kliniek. De opname is een donkere periode uit mijn leven die veel licht en lucht heeft gecreëerd.
Op mijn achttiende vertoonde ik symptomen van psychose, maar ik wist nog wel dat de waarnemingen en gedachten niet klopten. Het is best heftig geweest, er werd gesproken over randpsychose. Ik kreeg hier antipsychotica voor in hele hoge doses. Het eerste middel maakte de klachten erger, het tweede had heel veel bijwerkingen en het derde sloeg goed aan. Op mijn twintigste ging het mis. Ik kreeg een ‘echte’ psychose.
Een psychose is voor iedereen anders. Bij mij zag het er als volgt uit: ik had het gevoel 24/7 bekeken te worden, dacht achtervolgd te worden, hoorde de hele dag bekende en onbekende stemmen en zag dingen die er niet waren. Ik dacht dat ik door spiegels, ramen en muren heen kon lopen en dat het dak ieder moment van mijn huis getrokken kon worden. Ik heb mijn vriend en huisgenootje bedreigd en gezegd dat ik hun keel zou doorsnijden met een sleutel. Het gevaarlijkste van alles: ik dacht dat ik in een parallel universum terecht was gekomen en mezelf moest ombrengen om in de ‘echte’ wereld terug te komen. Ik wilde dat doen door in de rivier te springen, dat was naar mijn idee de poort.
Mijn huisgenootje en psychiater zijn achter mijn plannen gekomen. Ik weet nog dat ik bij mijn psychiater in haar kamer zat. Ze gaf me een keuze: of ik liet me vrijwillig opnemen, of ze zou ervoor zorgen dat het een gedwongen opname werd. Ze liet me hoe dan ook niet zomaar meer de deur uitgaan. Ik koos maar voor een vrijwillige opname, omdat ik dan eerder naar buiten kon om mijn plan af te maken. De avond daarvoor was de crisisdienst langsgekomen en had een beoordeling gemaakt, dat wist ik op dat moment niet. De psychiater belde en er was een plek voor mij. Of ik binnen een half uur in de kliniek kon zijn. Uh, ja? En dus stond ik een half uur later in mijn kamer op de High Intensive Care.
Toen ik daar werd opgenomen, was ik enorm in de war en ik zag eruit als een lijk. Ik was zo enorm uitgeput door de laatste paar jaar dat er niets meer van mij over was. Pas in mijn ziekenhuisbed realiseerde ik mij dat ik een probleem had. Ik heb enorm veel gehuild, vele nachten helemaal niet geslapen en was bang voor alles en iedereen en vooral voor de psychiaters, artsen en verpleegkundigen.
De belangrijkste zin die ik gehoord heb was “Het is zoals het is”. Zo gemakkelijk gezegd, maar zo belangrijk. Wanneer ik dat tegen mezelf zei daalde de spanning omdat ik niet meer in verzet ging. Aan sommige dingen kun je gewoon niets veranderen, hoe graag je dat ook wilt. Aan andere zaken kun je wél wat veranderen en dan is het zo dat je de kans moet grijpen.
Ik ben enorm dankbaar voor de mensen die mij voor, tijdens en na de opname hebben bijgestaan. Het leerde me dat mensen er ook voor mij zijn wanneer ik niet zo gezellig, grappig en vriendelijk ben. Na jaren van de schijn ophouden voor bijvoorbeeld mijn ouders en familie zagen ze mij zonder filters. Ja, ik heb mijn muur weer een beetje opgebouwd, maar dat lijkt me niet meer dan gezond. Toch is het contact ontzettend veel beter. Het is ook heel fijn dat ik het met verschillende mensen over deze periode kan hebben. Het helpt de dingen begrijpen en verwerken. Ik heb elke dag dat ik in de kliniek verbleef bezoek gehad, wat best bijzonder was. Ik heb kaartjes, knuffels en ballonnen gekregen. Het voelde heel raar omdat ik ervan overtuigd geraakt was dat iedereen mij vergeten was. Natuurlijk waren er ook vriendinnen die niet durfden te komen, mensen die hebben moeten huilen toen ze mij zagen. Dat maakte wel een kras op mijn ziel.
Bij mijn opname kleefden er verschillende stoornissen aan mij. Over de recidiverende depressie met psychotische kenmerken en de PTSS waren de twee zorginstanties het eens. De één vond dat ik ook een schizotypische persoonlijkheidsstoornis, een vermijdende persoonlijkheidsstoornis en borderline had (naar aanleiding van psychologisch onderzoek). De ander vond het alleen een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis (intake bij kliniek). In de kliniek viel het op dat ik kenmerken van autisme vertoonde en enkele weken later zou uit onderzoek van het expertisecentrum blijken dat ik inderdaad binnen het autisme spectrum val. De persoonlijkheidsstoornissen vervielen. De behandeling die ik nu krijg sluit eindelijk aan! Het heeft bijna vier jaar geduurd. Ik leer over hoe ik in elkaar zit en hoe ik daar mee om kan gaan.
Nog iets anders dat ik ben kwijtgeraakt, zijn mijn medicijnen. Van één medicijn kreeg ik zelfs meer dan toegestaan om mij maar rustig te houden. Tijdens mijn opname werden de doseringen verminderd. Na ontslag ging dat verder en nu kan ik zelfs zonder!
Mijn alcoholverslaving was ik ook kwijt. Ik was gewend veel te drinken, maar dat mocht tijdens de opname natuurlijk niet meer. Sinds het ontslag drink ik niet meer regelmatig en niet meer zulke grote hoeveelheden.
Ik heb ook besloten om een andere studie doen. Tijdens mijn opname kwam ik erachter dat mijn business-studie eigenlijk niet optimaal bij mij past. Carrière maken, mantelpakjes en een grote Mercedes rijden waren veel minder belangrijk voor mij geworden. Ik wilde mensen gaan helpen vanuit mijn eigen ervaring. In september start ik. Ik durf het zelfs aan om van het HBO over te stappen naar de universiteit.
Na mijn opname was ik druk bezig om mijn leven weer op te pakken. Toen alles na een paar maanden weer gesetteld was, besefte ik pas wat er allemaal gebeurd was. Wat een impact het heeft gehad op mijn leven en op dat van anderen uit mijn omgeving. Het heeft heel veel indruk gemaakt.
Dat waarvan ik dacht dat het me nooit zou gebeuren, werd werkelijkheid. Het was hard, heel verdrietig en moeilijk maar het helpt mij om te kijken naar wat het mij heeft gebracht. Zo is het met alles dat je overkomt in dit leven. Het is zoals het is, maar jij bepaalt met welke bril je ergens naar kijkt en met welke toon je die zin uitspreekt. Lieve jij, hoe raar of donker de wereld er soms ook uitziet, als jij jezelf toestaat om te leren en te ontwikkelen wordt het altijd beter!
(Deze tekst is ook verschenen op dsmmeisjes.nl op 31 mei 2020)